JIUJITSU
een combinatie van Judo, Karate en Aikido technieken
Jiujitsu Self-defense - Martial arts - Vechtsport
in BERLARE.
Jiujitsu zelfverdediging en vechtsport: Jiujitsu is de voorloper van Judo, Karate en Aikido, en combineert de technieken van deze 3 vechtsporten in één zelfverdedigings sport. Trainingen 3x per week in de Dojo/sporthal van Berlare, einde Kerkwegel recht over de kerk
Maandag 19:00 tot 20:30 vanaf 9 jaar tot…..
Donderdag 20:30 tot 22:00 vanaf 14 jaar tot …..
Zaterdag 16:30 tot 18u anaf 9 jaar tot…..
De vechtsport en zelfverdedigings sportclub Tengu-Ryu leden komen vooral uit de de regio Berlare, Overmere, Zele, Oudegem, Schoonaarde, Wetteren, Dendermonde, Lokeren, Wichelen, kalken, Laarne, Schoonaarde enz…
Kom nu uitzonderlijk GRATIS 3 weken Jiujitsu meetrainen in de Sporthal van Berlare. Al wat je nodig hebt is een lange joggingbroek en t-shirt met lange mouwen of een witte kimono als je die toevallig al hebt, ZEKER KORTE NAGELS (om jezelf en anderen niet te kwetsen) én je goed humeur.
Jiu Jitsu Lexicon
Het moderne JIU JITSU (ju jitsu, ju jutsu, jiujitsu, jujitsu) is een zelfverdedigingskunst die de technieken combineert van Judo, Karate en Aikido.
JIU JITSU is de kunst van het ongewapende gevecht, ontstaan tijdens de Japanse Edo periode in de 16é en 17é eeuw.
Tijdens onze jiu jitsu trainingen wordt de nadruk gelegd op dicipline en fysiek uithoudingsvermogen.
 Na een uitgebreide opwarming trainen wij zowel op bv de slagen en schoppen van karate, de worpen en vegen van Judo, én de klemmen, worpen, beenvegen enz van aikido. Een deel van de trainingen in onze vechtsport is bv gebaseerd op verdediging tegen alle mogelijke wapens zoals messen, geweren, matrak, pistool enz.
JIU JITSU is nu grotendeels onttroond door Judo, Karate en Aikido en wordt zelden beschouwd als een sport, maar eerder als een systeem van echte gevechtstechnieken.
Voor vrouwelijke jitsuka's zijn er extra oefeningen, speciaal ontwikkeld als verdediging tegen aanrandingen, waarvoor extra gordels kunnen behaald worden.
Ieder volk heeft historisch zijn eigen gevechtskunst ontwikkeld. Door het tijdverloop kan dit ofwel verloren gegaan zijn, ofwel geevolueerd naar rituelen of naar modernere gevechtstechnieken.
Jiu-Jitsu, Jujitsu, ju jutsu,
de Science of Softness, zijn oorspronkelijke Chinese gevechtstechnieken uitgewerkt door de Bushi tijdens de Kamakura periode (1185 - 1333) in Japan. Het moest een ontwapende strijder toelaten zich te verdedigen tegen gewapende tegenstanders. Deze kunst ontwikkelde zich uit oude Yawara of Kumi-tachi technieken zoals die beschreven zijn in een oud Boedistisch werk uit de 13de eeuw.
Een van de oudst bekende scholen is de Tenshin Shoden Katori Shinto Ryu, die de principes van Zen toepasten op het zwaardvechten. Ze gebruikten ook de staf, de naginata, Iai-do, etc. In die tijd was ook de Kashima Shinto Ryu bekend.
Door de eeuwen heen ontwikkelden zich uit de Yawara stijl verschillende scholen, zoals Wa-jutsu, Yawara, Kogusoku, Kempo en Hakuda. De oorspronkelijk eenvoudige Shaolintechnieken werden verder uitgewerkt en versmolten met de plaatselijke gevechtstechnieken, zoals die gebruikt door boeren uit Okinawa. Deze gewijzigde technieken werden terug geexporteerd naar china rond 1638 door de Chinese dichter en diplomaat Chen Yuanbin toen hij naar zijn geboorteland terugkeerde.
Ju-Jitsu werd pas een gevechtskunst tijdens de Edo periode tussen de 16de en de 17de eeuw toen er vrede heerste in Japan. Volgens de traditie richtte in 1732 Akiyama Sinobu, een dokter uit Nagasaki de Yoshin-ryu op, wat letterlijk betekent Pit Van Een Wilg School. Hij had China bezocht en had daar het vechten met de blote hand bestudeerd. Bij zijn terugkeer naar Japan stak hij een 300 Ju-Jutsu bewegingen samen gebaseerd op het principe van Meegeven aan Kracht, zoals de tak van de wilg meegeeft aan de druk van de opgestapelde sneeuw en zo niet breekt. Een ander versie schrijft het begin van de stijl toe aan een andere arts uit Nagasaki, Miura Yoshin, maar vermoedelijk gaat het hier om een en dezelfde man.
Ontelbare scholen werden opgericht door Ronin of meesterloze Samurai. Zij werden pas gewettigd tijdens de Meiji periode (1868 - 1912). In die periode werd het Kaste-systeem opgeheven, kregen de Samurai verbod om zwaarden te dragen en werden de moordende vetes tussen verscheidene families verboden.
De oorspronkelijke Jitsu-kunst spitste zich vooral toe op gevaarlijke en vaak dodelijke technieken om de vijand uit te schakelen. Jiu-Jitsu werd eerst beoefend door de Samurai. Later door de Ninja. Deze laatste werden geronseld uit de lagere kastes en getraind in speciale aanvalstechnieken. Ze werden vooral gehuurd voor spionage en moorden. Zij waren vooral actief in het begin van de 15de eeuw. Na de tweede wereldoorlog door de plotse stijgende interesse voor de oosterse, miraculeuze gevechtsporten werd in het Westen het Ninjitsu geintroduceerd. De focus lag hier echter niet meer op de dodelijke technieken, maar eerder op ongewapend vechten, zwaardvechten en verschillende overlevingtechnieken. Rond 1980 werden ook vrij veel nepscholen opgericht die vooral financieel wilden profiteren van de plotse interesse voor karate en kung-fu, maar door de snel dalende populariteit van Ninjitsu verdwenen die vrij snel.
Ju-Jutsu verspreidde zich later ook meer naar de rest van de bevolking waar het vooral werd gebruikt als een offensieve techniek door bandieten. Hier is de negatieve reputatie van Ju-Jutsu ontstaan die het tot nu toe nooit meer is kwijt geraakt. Dit is ook een van de redenen waarom Kano Jigoro zijn uit Jiu-Jitsu ontwikkelde sport Judo noemde, om ze te onderscheiden van het toen zo beruchte Ju-Jutsu.
Rond 1882, de officiele datum van de oprichting van de Kodokan, werd enkel Jiu-Jitsu erkend en onderricht in ontelbare Ryu in Japan en elders in de wereld. Zelfs nu nog is de invloed van Jiu-Jitsu goed merkbaar in sommige Close Combat technieken gebruikt in leger- en politie-eenheden over de ganse wereld.
Jiu-Jitsu is nu grotendeels onttroond door Judo, Karate en Aikido en wordt zelden beschouwd als een sport, maar eerder als een systeem van echte gevechtstechnieken. Hier en daar, maar vooral in het Westen worden sportwedstrijden gehouden met specifieke regels en scoremethodes, waardoor geleidelijk een herwaardering op gang komt .
Wikipedia
Jiujitsu (柔術), jūjutsu, ju-jitsu of jioe-jitsoe kan vertaald worden als "zachte kunst" of nog correcter als
"soepele techniek". Het is een zelfverdedigingskunst waarmee men in een paar seconden een aanvaller kan controleren of uitschakelen. De beoefenaar ervan heet een jiujitsuka. Jiujitsu is als budokunst geschikt voor jong en oud. Het internationaal geldende Hepburnsysteem vertaalt de kanji overigens met "jūjutsu". In het jiujitsu leer je niet alleen je te verdedigen tegen verschillende aanvallen maar ook het uitvoeren van verschillende aanvalstechnieken zoals atemi (stoten en schoppen), klemmen, drukpunten en wurgingen.
Jiujitsu is in principe geen sport, hoewel er wel een sportieve versie van bestaat die vaak ook kortweg jiujitsu genoemd wordt, dat het fighting system en duo system kent. Een vechtsport is gebonden aan regels, jiujitsu daarentegen is bij uitstek een vechtkunst, gebaseerd op de aanval van een tegenstander vanuit alle denkbare posities en vanuit diverse vechtdisciplines. Dit impliceert een verdediging die gebruik maakt van de meest geschikte technieken tegen die aanval. Dat dit gepaard kan gaan met technieken die als onsportief en oneerlijk worden beschouwd in de reguliere vechtsporten kenmerkt juist het jiujitsu. Het moment van verdedigen en de manier waarop er verdedigd wordt is immers het gevolg van de aanval van de tegenstander, hij of zij neemt immers op dat moment het risico en probeert de integriteit van de aangevallene te beschadigen.
Technieken uit het jiujitsu
Het jiujitsu is een zeer technische zelfverdedigingskunst. Het oefenen van met name bepaalde subtielere technieken dient doorgaans veelvuldig herhaald te worden voordat deze technieken effectief kunnen worden toegepast.
De technieken uit het jiujitsu worden in drie hoofdgroepen onderverdeeld, de nage waza of werptechnieken, de katame waza of greeptechnieken en atemi waza of slag-, stoot- en traptechnieken.
Bij het toepassen van technieken uit het jiujitsu kunnen de gevolgen voor een
aanvaller zeer ernstig zijn. Veel technieken kunnen bijvoorbeeld in botbreuken resulteren. Aan de andere kant is er een zodanige rijkdom aan technieken, dat in zeer veel gevallen de tegenstander onschadelijk kan worden gemaakt zonder hem of haar enige verwonding toe te brengen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van klemtechnieken. Gegeven een bedreiging, kan de jiujitsuka doorgaans kiezen uit diverse technieken, als dit niet het geval zou zijn, zou de verdediging overigens ook te voorspelbaar zijn.
In het algemeen geldt: bij het trainen van elke vechtsport zal het nooit om een echt gevecht gaan. Ten behoeve van een veilige beoefening worden technieken niet 'full contact' doorgezet en de effecten ervan deels gesimuleerd. Als voorbeeld: de jiujitsuka geeft tijdens de training zijn of haar trainingspartner niet voluit een knie in het kruis; de partner suggereert in plaats daarvan het effect door dubbel te slaan waardoor de rest van de techniek kan worden uitgevoerd.
Jiujitsu is een zeer flexibele zelfverdedigingsvorm: als een jujutsuka een karateka als tegenstander heeft, kan het zijn dat judotechnieken zoals wurgtechnieken en worsteltechnieken effectiever zijn. Tegenover een judoka kunnen karatetechnieken zoals trappen geschikter zijn. Omdat jiujitsu zich niet beperkt tot een bepaalde stijl, kan gewoon iedere techniek die efficiënt is gebruikt worden. De jiujitsuka zal die technieken proberen te gebruiken die de tegenstander juist niet of minder goed beheerst.
Geschiedenis van het jiujitsu
De oorsprong van het jiujitsu (ook wel yawara genoemd) is gehuld in nevelen. Veel beoefenaars beschouwen het als een zuiver Japanse vechtkunst, maar doorgaans wordt een Chinese oorsprong verondersteld.
De Samoerai leerden destijds jiujitsu in scholen die elk van elkaar verschilden, zogenaamde ryu. Als een samoerai tijdens een gevecht werd ontwapend kon hij met blote handen verder vechten. Na het eind van het feodale stelsel werden de subsidies voor de scholen stopgezet en waren de meesters genoodzaakt om jiujitsu te leren aan normale burgers. Later vloog jiujitsu over naar het Westen.
Uit het jiujitsu zijn diverse zelfverdedigingsvormen en -sporten voortgekomen, zoals aikido, wat oorspronkelijk Daitoryu aikijiujitsu was, en judo, waarbij de jutsu van jiujitsu een "do", een "weg" is geworden (ju-jutsu → ju-do).

Over de geschiedenis van het jiujitsu bestaan verschillende legendes
De meest populaire versie is die van Dr. Akiama, een Japans geneesheer die in China een rondreis maakte en daar een gevechtskunst bewonderde. Dr. Akiama maakte zich deze kunst meester en na geruime tijd beheerste hij ze als een ware meester. Hij bleef echter met een probleem worstelen, wat kan hij doen indien deze technieken op hem werden toegepast. Na lange maanden van overpeinzing bracht op een winterdag de natuur het antwoord naar hem toe. Hij zag hoe een van de takken van een kerselaar brak onder het gewicht van een vracht sneeuw. Toen hij de wilg bekeek merkte hij hoe deze veerkrachtige takken doorbuigen en de sneeuw er lieten afglijden. Op slag had hij een oplossing voor zijn kwelling, als men wil overleven moet men veerkrachtig en meegaand zijn. Hij paste de technieken aan naar zijn nieuwste vondst en het jiujitsu was geboren. Deze kunst was zodanig effectief dat de samoerai ze aanleerde om in geval van ontwapening nog in staat te zijn om zich op een afdoende en efficiënte manier te kunnen verdedigen. Naast het iai-jitsu en het kenjitsu werd ook het jiujitsu een belangrijke factor in de opleiding tot samoerai.
De verschillen tussen het moderne en het - in het westen relatief zeldzame - traditionele jūjutsu zijn vrij groot.
De krijgskunsten Judo en Aikido komen voort uit het Jiujitsu
Ninja Werden speciaal getraind voor spionage en moordaanslagen. Ze zijn vermoedelijk afkomstig uit de Heian periode (794-1185) in Kyoto, waar zij zich mengden onder de yamabushi. Ze kwamen meestal uit de lagere kastes en werden door de Daimyo (clanleiders) gebruikt om vijanden te vermoorden of om te spioneren in vijandige kastelen. Ze waren vooral aktief aan het begin van de 15de eeuw. Zij waren acrobatische meesters in het beklimmen van muren, geruisloos zwemmen. Als experts in vermomming en verbergen slaagden ze erin zich het beeld van onzichtbaarheid aan te meten. Hun speciale wapens, uitrusting en kledij waren eveneens gericht op het heimelijke. Alles was gewettigd voor het bereiken van hun doel. Ze moesten elk soort wapen kunnen gebruiken en ze beheersten ook scheikunde en kenden vele soorten gif. Hun leider of Jonin had onder zich een aantal luitenants of Chunin. De laagste leden of Genin voerden de opdrachten uit. Tijdens de vredige Edo-periode begonnen ze een vorm van georganiseerde misdaad. Het is ook niet verwonderlijk dat het Ninja, toen de verhalen van deze 'mirakel mannen" het Westen bereikten, de populariteit volgde van Karate en Kung-fu. De moderne benadering van het Ninjutsu legt niet meer de nadruk op het dodelijke aspect, maar meer op een mengeling van filosofie, ongewapend vechten, zwaardvechten en allerlei survival-technieken. Het succes veroozaakte in de jaren 80 commerciële oplichterij met scholen en lesgevers. Dit leidde dan weer tot het huidige pupolariteitsverval.
Aikido
'Way of Harmony with the Universal Energy'. Ontwikkeld vanaf 1931 door Ueshiba Morihei met zijn eerste dojo, de Kubokai. Een moderne Budosport gericht op persoonlijke zelfverdediging, met technieken uit Ju-Jutsu, Ken-Jutsu, Naginata en Daito-Ryu. In tegenstelling tot Ju-Jitsu was hij tegen 'hand-to-hand combat' en verkoos eerder de verdediging op afstand. Hij behield evenwel de snelheid en de precisie die hij vond in de Ju-Jitsu technieken. Ook hier blijven het ontwijken van de aanval en de kracht van de aanvaller tegen hemzelf keren de basisprincipes. Vele technieken zijn geïnspireerd op het oude zwaardvechten, zonder daarbij echter het wapen zelf te gebruiken. Zo werd Aikido ook de kunst van het ongewapend vechten tegen een gewapende tegenstander. Ueshiba was zeer religieus en liet zijn technieken beïnvloeden door zijn 'feeling of harmony towards all men'.
Er zijn ongeveer 700 bewegingen in Aikido allemaal min of meer afgeleid van basis Kata-vormen: zichzelf bevrijden uit grepen (Te-hodoki), een tegenstander werpen door drukking op ledematen (Rofuse), en tenslotte hem immobiliseren door drukking op gewrichten (Kansetsu-gaeshi). Deze 3 bewegingen zijn in Aikido de basis van alle zelfverdedigings-technieken.
Sommige Martial Arts historici plaatsen de oorsprong van Aikido bij de Samurai uit de Kamakura-periode (1185-1333). De fundamentele technieken werden gecodificeerd door de bekende strijder Minamoto no Yoshimitsu (1045-1127). De Takeda-familie van de Aizu clan perfectioneerden deze gevechtstechnieken (Aiki-Jutsu) en legden ook de vitale punten van het menselijk lichaam vast. Door deze te raken (Atemi) kon de vijand uitgeschakeld worden.
Volledige Aikido-training bevat soms ook het gebruik van de korte Jo, de halflange Tambo en de lange Bo.
In 1948 werd de Aikido Association, de Aikikai, opgericht. Jiu Jitsu club Tengu Ryu gebruikt ook de technieken van AIKIDO tijdens de jiujitsu trainingen in de sporthal van Berlare.
Karate, Karate-do
'Empty Hand'. Een gevechtskunst afkomstig uit Okinawa die enkel handen en voeten gebruikt. Het begon toen de Chinezen Okinawa bezetten in de 16de eeuw. Ze verboden de inwoners wapens te bezitten. Dit verbod werd later tijdens de bezetting door Japan herhaald. De stijl werd beïnvloed door het Chinese Shaolin. Het was een verdedigingsmethode tegen bandieten en gewapende bezetters. Boeren oefenden in het geheim en verzonnen en perfectioneerden hun verschillende verdedigingstechnieken. Onder invloed ook van Chinese Boxing of Kempo werd de kunst gedreven naar efficiëntie; esthetiek en moraal waren niet belangrijk. De originele kunst neigde meer naar het full contact gezien het echte gevecht centraal stond. Funakoshi Gichin (1869-1957) verenigde al deze stijlen van Okinawa-te en verspreidde ze in Japan als een vorm van Budo. De Japanese jongeren reageerden met veel enthousiasme. Oefeningen en wedstrijden waren bijzonder gewelddadig. Funakoshi Yoshitaka ontwikkelde zijn vader's dodelijke Okinawa-te in een sportiever vorm Karate-do (Shotokan-stijl). De sport werd hier gecodifieerd in een non-contact sport waar Atemi toegebracht werden op vitale punten bij de tegenstander. Na de val van Japan in 1945 verbood Amerika alle Japanese gevechtssporten, behalve Karate. Er is een duidelijk impact op de close-combat technieken gebruikt door Amerikaanse soldaten. Karate werd populair over de ganse wereld. Na 1974, overrompelde het Bruce Lee fenomeen de westerse filmbezoekers. De invloed op het succes van Full Contact is duidelijk. Maar het Karate-do motto blijft 'never strike the first blow'. Vele stijlen hebben zich ontwikkeld, zoals Shotokan, Shito-ryu, Sankukai, etc. De eerste Wereldkampioenschappen vonden plaats in Tokyo in Oktober 1970 toen ook de WUKO (World Union of Karate-do Organizations) werd opgericht. In 1992 werd Karate erkend als een Olympische sport. Echte cijfers zijn onbetrouwbaar, maar het aantal karateka's in de wereld wordt geschat op 15 miljoen.
Jiu Jitsu club Tengu Ryu gebruikt ook de technieken van KARATE tijdens de jiujitsu trainingen in de sporthal van Berlare.
Judo (柔道 jūdō) is een van oorsprong Japanse zelfverdedigingskunst die rond 1882 is ontworpen door Jigoro Kano. Het woord betekent 'zachte weg', waarbij het woordje do (weg) verwant is aan tao en naast de betekenis 'manier' ook de connotatie heeft van 'levenspad'. Een beoefenaar van het judo heet een judoka. Judo is een sport die wereldwijd beoefend wordt en tevens een olympische sport is.
Een hoofdindeling van de judopraktijk maakt onderscheid in tachi-waza (staande gevecht), ne-waza (gevecht op de grond). Daarnaast dient de judoka goed de techniek van het ukemi-waza valbreken te beheersen.
De diverse gevechtstechnieken van judo worden verdeeld in: nage-waza (werptechniek, worpen), katame-waza (controletechniek)
Nage-waza
De verschillende worpen kunnen als volgt worden ingedeeld:
ashi-waza (beenworpen), een werptechniek uitgevoerd met het been of de voet en op een been of voet van de tegenstander nadat de tegenstander uit balans is of is gebracht.
goshi-waza (heupworpen), de basistechniek van de heupworp bestaat erin de tegenstander wanneer deze uit balans is met behulp van de heup te werpen en dus over de heup te werpen
kata-waza (schouderworpen)
te-waza (armworpen, eigenlijk handtechnieken)
sutemi-waza (offerworpen), is gebaseerd op het feit, dat degene die een dergelijke worp aanlegt zich laat vallen, en het eigen lichaam op deze manier als het ware 'offert'. De benedenwaartse beweging wordt gebruikt om het lichaam van de ander te werpen
Katame-waza
De verschillende insluitingstechnieken worden onderverdeeld in:
osae-komi-waza (houdgrepen), techniek waarmee men de tegenstander onder controle kan houden op de grond
ude-kansetsu-waza (armklemmen), bedoeling van een armklem is dat men het ellebooggewricht immobiliseert
shime-waza (verwurgingen)
De technieken zijn erop gericht een tegenstander buiten gevecht te stellen zonder hem te verwonden. Slaan, stoten en schoppen zijn in de judocompetitie verboden, maar verdedigingen tegen dergelijke aanvallen worden wel aangeleerd bij de hogere graden om de ontstaansgeschiedenis van judo beter te begrijpen, maar in het begin worden ze te gevaarlijk geacht voor de jonge judoka's. In de examenstof voor de 3de dan bevindt zich zelfs een kata met een verdediging tegen een aanval met een zwaard.
GESCHIEDENIS van JUDO
Bij het bedenken van judo werd geput uit de rijke Japanse traditie aan vechtkunsten. Combinaties van klemmen en worpen werden echter uit het repertoire weggelaten: die kunnen gevaarlijk zijn wanneer de partner de techniek van het meerollen onvoldoende beheerst (in bijvoorbeeld het tai-jutsu spelen juist die technieken een belangrijke rol).
Jigoro Kano had bij het ontwerpen van de sport, die ontleend is aan oudere verdedigingskunsten als jiujitsu, ook nadrukkelijk een training van de geest voor ogen. Zijn filosofie wordt gekenmerkt door twee begrippen:
Seiryoku Zenyo (Maximale effectiviteit met minimale inzet): wat een persoon doet, moet met optimale inzet van geestelijke en lichamelijke energie gebeuren. In het judo leert men de kracht van de tegenstander te gebruiken om hem ten val te brengen. In het leven is dit het principe van de juiste dingen doen op het juiste moment.
JITA KYOEI
(Wederzijds profijt en welbevinden): de spelers dienen respect te hebben voor zichzelf en voor anderen. Bij het beoefenen van het judo leren ze samen te werken om zich de vaardigheden eigen te maken. Zonder tegenstander om mee te judoën kan men de sport immers niet leren; men werpt zelf en wordt op zijn beurt geworpen. Deze opvatting van samenwerkend leren is ook in andere gebieden van het leven geldig.
Oorspronkelijk was het de bedoeling dat bij de beoefening kracht geen enkele rol zou spelen: door een juiste toepassing van de geleerde technieken zou een klein en zwak persoon zich op tamelijk elegante wijze tegen een grote en sterke aanvaller moeten kunnen verdedigen. Toen het echter ook een wedstrijdsport werd, vervaagde dit uitgangspunt. Immers, zodra beide tegenstanders dezelfde technieken en mogelijke reacties daarop (de overnametechnieken) in gelijke mate beheersen, gaan ook andere factoren zoals kracht toch weer een rol spelen. Hierdoor kunnen wedstrijden vandaag de dag ook het beeld geven van onelegant trek- en sjorwerk, waarbij de gelijkenis met de oorspronkelijke opzet ver te zoeken is. Hedendaagse wedstrijd-judoka's doen dan ook aan krachttraining. Tekenend is dat tijdens wedstrijden het incidenteel zelfs voorkomt dat de gi (het pak) gescheurd wordt. Sommige judoka's doen ook specifiek op versterking van de grip gerichte krachttraining in de sportschool, door middel van trekoefeningen met een gi gewikkeld om een pulley.
Judo in België[bewerken]
TRADITIE
Judoka's dragen een witte katoenen broek (zubon) en een jas (uwagi) die door een band (obi) bijeen wordt gehouden. Het geheel noemt men een gi. Tijdens wedstrijden van hoog niveau, zoals de Olympische Spelen, draagt de ene judoka een wit pak en de andere judoka een blauw pak. Door dit onderscheid is deze dynamische sport beter te volgen voor het publiek en de scheidsrechters. Meisjes dragen een wit T-shirt onder de uwagi. Judolessen vinden plaats in een dojo en beginnen in seiza (geknielde houding). Ook is het een gewoonte om voordat je de dojo betreedt eenmaal te buigen richting de dojo. Ook voordat men de dojo verlaat doet men dit als teken van respect.
Jiu Jitsu club Tengu Ryu gebruikt ook de technieken van JUDO tijdens de jiujitsu trainingen in de sporthal van Berlare.
WAT IS DUS JIU JITSU?
Het moderne JIU JITSU (jiujitsu, ju jitsu, ju jutsu) is een vechtsport & zelfverdedigingskunst die de technieken combineert van Judo, Karate en Aikido in de sporthal van Berlare.
JIU JITSU is de kunst van het ongewapende gevecht, ontstaan tijdens de Japanse Edo periode in de 16é en 17é eeuw.
Tijdens onze jiu jitsu trainingen wordt de nadruk gelegd op dicipline en fysiek uithoudingsvermogen.

JIU JITSU is nu grotendeels onttroond door Judo, Karate en Aikido en wordt zelden beschouwd als een sport, maar eerder als een systeem van echte gevechtstechnieken.
Voor vrouwelijke jitsuka's zijn er extra oefeningen, speciaal ontwikkeld als verdediging tegen aanrandingen, waarvoor extra gordels kunnen behaald worden.
Ieder volk heeft historisch zijn eigen gevechtskunst ontwikkeld. Door het tijdverloop kan dit ofwel verloren gegaan zijn, ofwel geevolueerd naar rituelen of naar modernere gevechtstechnieken.
Jiu-Jitsu, Jujitsu, ju jutsu,
de Science of Softness, zijn oorspronkelijke Chinese gevechtstechnieken uitgewerkt door de Bushi tijdens de Kamakura periode (1185 - 1333) in Japan. Het moest een ontwapende strijder toelaten zich te verdedigen tegen gewapende tegenstanders. Deze kunst ontwikkelde zich uit oude Yawara of Kumi-tachi technieken zoals die beschreven zijn in een oud Boedistisch werk uit de 13de eeuw.

Een van de oudst bekende scholen is de Tenshin Shoden Katori Shinto Ryu, die de principes van Zen toepasten op het zwaardvechten. Ze gebruikten ook de staf, de naginata, Iai-do, etc. In die tijd was ook de Kashima Shinto Ryu bekend.
Door de eeuwen heen ontwikkelden zich uit de Yawara stijl verschillende scholen, zoals Wa-jutsu, Yawara, Kogusoku, Kempo en Hakuda. De oorspronkelijk eenvoudige Shaolintechnieken werden verder uitgewerkt en versmolten met de plaatselijke gevechtstechnieken, zoals die gebruikt door boeren uit Okinawa. Deze gewijzigde technieken werden terug geexporteerd naar china rond 1638 door de Chinese dichter en diplomaat Chen Yuanbin toen hij naar zijn geboorteland terugkeerde.
Ju-Jitsu werd pas een gevechtskunst tijdens de Edo periode tussen de 16de en de 17de eeuw toen er vrede heerste in Japan. Volgens de traditie richtte in 1732 Akiyama Sinobu, een dokter uit Nagasaki de Yoshin-ryu op, wat letterlijk betekent Pit Van Een Wilg School. Hij had China bezocht en had daar het vechten met de blote hand bestudeerd. Bij zijn terugkeer naar Japan stak hij een 300 Ju-Jutsu bewegingen samen gebaseerd op het principe van Meegeven aan Kracht, zoals de tak van de wilg meegeeft aan de druk van de opgestapelde sneeuw en zo niet breekt. Een ander versie schrijft het begin van de stijl toe aan een andere arts uit Nagasaki, Miura Yoshin, maar vermoedelijk gaat het hier om een en dezelfde man.
Ontelbare scholen werden opgericht door Ronin of meesterloze Samurai. Zij werden pas gewettigd tijdens de Meiji periode (1868 - 1912). In die periode werd het Kaste-systeem opgeheven, kregen de Samurai verbod om zwaarden te dragen en werden de moordende vetes tussen verscheidene families verboden.

Ju-Jutsu verspreidde zich later ook meer naar de rest van de bevolking waar het vooral werd gebruikt als een offensieve techniek door bandieten. Hier is de negatieve reputatie van Ju-Jutsu ontstaan die het tot nu toe nooit meer is kwijt geraakt. Dit is ook een van de redenen waarom Kano Jigoro zijn uit Jiu-Jitsu ontwikkelde sport Judo noemde, om ze te onderscheiden van het toen zo beruchte Ju-Jutsu.
Rond 1882, de officiele datum van de oprichting van de Kodokan, werd enkel Jiu-Jitsu erkend en onderricht in ontelbare Ryu in Japan en elders in de wereld. Zelfs nu nog is de invloed van Jiu-Jitsu goed merkbaar in sommige Close Combat technieken gebruikt in leger- en politie-eenheden over de ganse wereld.
Jiu-Jitsu is nu grotendeels onttroond door Judo, Karate en Aikido en wordt zelden beschouwd als een sport, maar eerder als een systeem van echte gevechtstechnieken. Hier en daar, maar vooral in het Westen worden sportwedstrijden gehouden met specifieke regels en scoremethodes, waardoor geleidelijk een herwaardering op gang komt .
Wikipedia
Jiujitsu (柔術), jūjutsu, ju-jitsu of jioe-jitsoe kan vertaald worden als "zachte kunst" of nog correcter als

Jiujitsu is in principe geen sport, hoewel er wel een sportieve versie van bestaat die vaak ook kortweg jiujitsu genoemd wordt, dat het fighting system en duo system kent. Een vechtsport is gebonden aan regels, jiujitsu daarentegen is bij uitstek een vechtkunst, gebaseerd op de aanval van een tegenstander vanuit alle denkbare posities en vanuit diverse vechtdisciplines. Dit impliceert een verdediging die gebruik maakt van de meest geschikte technieken tegen die aanval. Dat dit gepaard kan gaan met technieken die als onsportief en oneerlijk worden beschouwd in de reguliere vechtsporten kenmerkt juist het jiujitsu. Het moment van verdedigen en de manier waarop er verdedigd wordt is immers het gevolg van de aanval van de tegenstander, hij of zij neemt immers op dat moment het risico en probeert de integriteit van de aangevallene te beschadigen.
Technieken uit het jiujitsu
Het jiujitsu is een zeer technische zelfverdedigingskunst. Het oefenen van met name bepaalde subtielere technieken dient doorgaans veelvuldig herhaald te worden voordat deze technieken effectief kunnen worden toegepast.
De technieken uit het jiujitsu worden in drie hoofdgroepen onderverdeeld, de nage waza of werptechnieken, de katame waza of greeptechnieken en atemi waza of slag-, stoot- en traptechnieken.
Bij het toepassen van technieken uit het jiujitsu kunnen de gevolgen voor een

In het algemeen geldt: bij het trainen van elke vechtsport zal het nooit om een echt gevecht gaan. Ten behoeve van een veilige beoefening worden technieken niet 'full contact' doorgezet en de effecten ervan deels gesimuleerd. Als voorbeeld: de jiujitsuka geeft tijdens de training zijn of haar trainingspartner niet voluit een knie in het kruis; de partner suggereert in plaats daarvan het effect door dubbel te slaan waardoor de rest van de techniek kan worden uitgevoerd.
Jiujitsu is een zeer flexibele zelfverdedigingsvorm: als een jujutsuka een karateka als tegenstander heeft, kan het zijn dat judotechnieken zoals wurgtechnieken en worsteltechnieken effectiever zijn. Tegenover een judoka kunnen karatetechnieken zoals trappen geschikter zijn. Omdat jiujitsu zich niet beperkt tot een bepaalde stijl, kan gewoon iedere techniek die efficiënt is gebruikt worden. De jiujitsuka zal die technieken proberen te gebruiken die de tegenstander juist niet of minder goed beheerst.
Geschiedenis van het jiujitsu
De oorsprong van het jiujitsu (ook wel yawara genoemd) is gehuld in nevelen. Veel beoefenaars beschouwen het als een zuiver Japanse vechtkunst, maar doorgaans wordt een Chinese oorsprong verondersteld.
De Samoerai leerden destijds jiujitsu in scholen die elk van elkaar verschilden, zogenaamde ryu. Als een samoerai tijdens een gevecht werd ontwapend kon hij met blote handen verder vechten. Na het eind van het feodale stelsel werden de subsidies voor de scholen stopgezet en waren de meesters genoodzaakt om jiujitsu te leren aan normale burgers. Later vloog jiujitsu over naar het Westen.
Uit het jiujitsu zijn diverse zelfverdedigingsvormen en -sporten voortgekomen, zoals aikido, wat oorspronkelijk Daitoryu aikijiujitsu was, en judo, waarbij de jutsu van jiujitsu een "do", een "weg" is geworden (ju-jutsu → ju-do).

Over de geschiedenis van het jiujitsu bestaan verschillende legendes
De meest populaire versie is die van Dr. Akiama, een Japans geneesheer die in China een rondreis maakte en daar een gevechtskunst bewonderde. Dr. Akiama maakte zich deze kunst meester en na geruime tijd beheerste hij ze als een ware meester. Hij bleef echter met een probleem worstelen, wat kan hij doen indien deze technieken op hem werden toegepast. Na lange maanden van overpeinzing bracht op een winterdag de natuur het antwoord naar hem toe. Hij zag hoe een van de takken van een kerselaar brak onder het gewicht van een vracht sneeuw. Toen hij de wilg bekeek merkte hij hoe deze veerkrachtige takken doorbuigen en de sneeuw er lieten afglijden. Op slag had hij een oplossing voor zijn kwelling, als men wil overleven moet men veerkrachtig en meegaand zijn. Hij paste de technieken aan naar zijn nieuwste vondst en het jiujitsu was geboren. Deze kunst was zodanig effectief dat de samoerai ze aanleerde om in geval van ontwapening nog in staat te zijn om zich op een afdoende en efficiënte manier te kunnen verdedigen. Naast het iai-jitsu en het kenjitsu werd ook het jiujitsu een belangrijke factor in de opleiding tot samoerai.
De verschillen tussen het moderne en het - in het westen relatief zeldzame - traditionele jūjutsu zijn vrij groot.
De krijgskunsten Judo en Aikido komen voort uit het Jiujitsu
Ninja Werden speciaal getraind voor spionage en moordaanslagen. Ze zijn vermoedelijk afkomstig uit de Heian periode (794-1185) in Kyoto, waar zij zich mengden onder de yamabushi. Ze kwamen meestal uit de lagere kastes en werden door de Daimyo (clanleiders) gebruikt om vijanden te vermoorden of om te spioneren in vijandige kastelen. Ze waren vooral aktief aan het begin van de 15de eeuw. Zij waren acrobatische meesters in het beklimmen van muren, geruisloos zwemmen. Als experts in vermomming en verbergen slaagden ze erin zich het beeld van onzichtbaarheid aan te meten. Hun speciale wapens, uitrusting en kledij waren eveneens gericht op het heimelijke. Alles was gewettigd voor het bereiken van hun doel. Ze moesten elk soort wapen kunnen gebruiken en ze beheersten ook scheikunde en kenden vele soorten gif. Hun leider of Jonin had onder zich een aantal luitenants of Chunin. De laagste leden of Genin voerden de opdrachten uit. Tijdens de vredige Edo-periode begonnen ze een vorm van georganiseerde misdaad. Het is ook niet verwonderlijk dat het Ninja, toen de verhalen van deze 'mirakel mannen" het Westen bereikten, de populariteit volgde van Karate en Kung-fu. De moderne benadering van het Ninjutsu legt niet meer de nadruk op het dodelijke aspect, maar meer op een mengeling van filosofie, ongewapend vechten, zwaardvechten en allerlei survival-technieken. Het succes veroozaakte in de jaren 80 commerciële oplichterij met scholen en lesgevers. Dit leidde dan weer tot het huidige pupolariteitsverval.
Aikido

'Way of Harmony with the Universal Energy'. Ontwikkeld vanaf 1931 door Ueshiba Morihei met zijn eerste dojo, de Kubokai. Een moderne Budosport gericht op persoonlijke zelfverdediging, met technieken uit Ju-Jutsu, Ken-Jutsu, Naginata en Daito-Ryu. In tegenstelling tot Ju-Jitsu was hij tegen 'hand-to-hand combat' en verkoos eerder de verdediging op afstand. Hij behield evenwel de snelheid en de precisie die hij vond in de Ju-Jitsu technieken. Ook hier blijven het ontwijken van de aanval en de kracht van de aanvaller tegen hemzelf keren de basisprincipes. Vele technieken zijn geïnspireerd op het oude zwaardvechten, zonder daarbij echter het wapen zelf te gebruiken. Zo werd Aikido ook de kunst van het ongewapend vechten tegen een gewapende tegenstander. Ueshiba was zeer religieus en liet zijn technieken beïnvloeden door zijn 'feeling of harmony towards all men'.
Er zijn ongeveer 700 bewegingen in Aikido allemaal min of meer afgeleid van basis Kata-vormen: zichzelf bevrijden uit grepen (Te-hodoki), een tegenstander werpen door drukking op ledematen (Rofuse), en tenslotte hem immobiliseren door drukking op gewrichten (Kansetsu-gaeshi). Deze 3 bewegingen zijn in Aikido de basis van alle zelfverdedigings-technieken.
Sommige Martial Arts historici plaatsen de oorsprong van Aikido bij de Samurai uit de Kamakura-periode (1185-1333). De fundamentele technieken werden gecodificeerd door de bekende strijder Minamoto no Yoshimitsu (1045-1127). De Takeda-familie van de Aizu clan perfectioneerden deze gevechtstechnieken (Aiki-Jutsu) en legden ook de vitale punten van het menselijk lichaam vast. Door deze te raken (Atemi) kon de vijand uitgeschakeld worden.
Volledige Aikido-training bevat soms ook het gebruik van de korte Jo, de halflange Tambo en de lange Bo.
In 1948 werd de Aikido Association, de Aikikai, opgericht. Jiu Jitsu club Tengu Ryu gebruikt ook de technieken van AIKIDO tijdens de jiujitsu trainingen in de sporthal van Berlare.
Karate, Karate-do

'Empty Hand'. Een gevechtskunst afkomstig uit Okinawa die enkel handen en voeten gebruikt. Het begon toen de Chinezen Okinawa bezetten in de 16de eeuw. Ze verboden de inwoners wapens te bezitten. Dit verbod werd later tijdens de bezetting door Japan herhaald. De stijl werd beïnvloed door het Chinese Shaolin. Het was een verdedigingsmethode tegen bandieten en gewapende bezetters. Boeren oefenden in het geheim en verzonnen en perfectioneerden hun verschillende verdedigingstechnieken. Onder invloed ook van Chinese Boxing of Kempo werd de kunst gedreven naar efficiëntie; esthetiek en moraal waren niet belangrijk. De originele kunst neigde meer naar het full contact gezien het echte gevecht centraal stond. Funakoshi Gichin (1869-1957) verenigde al deze stijlen van Okinawa-te en verspreidde ze in Japan als een vorm van Budo. De Japanese jongeren reageerden met veel enthousiasme. Oefeningen en wedstrijden waren bijzonder gewelddadig. Funakoshi Yoshitaka ontwikkelde zijn vader's dodelijke Okinawa-te in een sportiever vorm Karate-do (Shotokan-stijl). De sport werd hier gecodifieerd in een non-contact sport waar Atemi toegebracht werden op vitale punten bij de tegenstander. Na de val van Japan in 1945 verbood Amerika alle Japanese gevechtssporten, behalve Karate. Er is een duidelijk impact op de close-combat technieken gebruikt door Amerikaanse soldaten. Karate werd populair over de ganse wereld. Na 1974, overrompelde het Bruce Lee fenomeen de westerse filmbezoekers. De invloed op het succes van Full Contact is duidelijk. Maar het Karate-do motto blijft 'never strike the first blow'. Vele stijlen hebben zich ontwikkeld, zoals Shotokan, Shito-ryu, Sankukai, etc. De eerste Wereldkampioenschappen vonden plaats in Tokyo in Oktober 1970 toen ook de WUKO (World Union of Karate-do Organizations) werd opgericht. In 1992 werd Karate erkend als een Olympische sport. Echte cijfers zijn onbetrouwbaar, maar het aantal karateka's in de wereld wordt geschat op 15 miljoen.
Jiu Jitsu club Tengu Ryu gebruikt ook de technieken van KARATE tijdens de jiujitsu trainingen in de sporthal van Berlare.
Judo (柔道 jūdō) is een van oorsprong Japanse zelfverdedigingskunst die rond 1882 is ontworpen door Jigoro Kano. Het woord betekent 'zachte weg', waarbij het woordje do (weg) verwant is aan tao en naast de betekenis 'manier' ook de connotatie heeft van 'levenspad'. Een beoefenaar van het judo heet een judoka. Judo is een sport die wereldwijd beoefend wordt en tevens een olympische sport is.
Een hoofdindeling van de judopraktijk maakt onderscheid in tachi-waza (staande gevecht), ne-waza (gevecht op de grond). Daarnaast dient de judoka goed de techniek van het ukemi-waza valbreken te beheersen.
De diverse gevechtstechnieken van judo worden verdeeld in: nage-waza (werptechniek, worpen), katame-waza (controletechniek)
Nage-waza
De verschillende worpen kunnen als volgt worden ingedeeld:
ashi-waza (beenworpen), een werptechniek uitgevoerd met het been of de voet en op een been of voet van de tegenstander nadat de tegenstander uit balans is of is gebracht.
goshi-waza (heupworpen), de basistechniek van de heupworp bestaat erin de tegenstander wanneer deze uit balans is met behulp van de heup te werpen en dus over de heup te werpen
kata-waza (schouderworpen)
te-waza (armworpen, eigenlijk handtechnieken)
sutemi-waza (offerworpen), is gebaseerd op het feit, dat degene die een dergelijke worp aanlegt zich laat vallen, en het eigen lichaam op deze manier als het ware 'offert'. De benedenwaartse beweging wordt gebruikt om het lichaam van de ander te werpen
Katame-waza
De verschillende insluitingstechnieken worden onderverdeeld in:
osae-komi-waza (houdgrepen), techniek waarmee men de tegenstander onder controle kan houden op de grond
ude-kansetsu-waza (armklemmen), bedoeling van een armklem is dat men het ellebooggewricht immobiliseert
shime-waza (verwurgingen)
De technieken zijn erop gericht een tegenstander buiten gevecht te stellen zonder hem te verwonden. Slaan, stoten en schoppen zijn in de judocompetitie verboden, maar verdedigingen tegen dergelijke aanvallen worden wel aangeleerd bij de hogere graden om de ontstaansgeschiedenis van judo beter te begrijpen, maar in het begin worden ze te gevaarlijk geacht voor de jonge judoka's. In de examenstof voor de 3de dan bevindt zich zelfs een kata met een verdediging tegen een aanval met een zwaard.
GESCHIEDENIS van JUDO
Bij het bedenken van judo werd geput uit de rijke Japanse traditie aan vechtkunsten. Combinaties van klemmen en worpen werden echter uit het repertoire weggelaten: die kunnen gevaarlijk zijn wanneer de partner de techniek van het meerollen onvoldoende beheerst (in bijvoorbeeld het tai-jutsu spelen juist die technieken een belangrijke rol).
Jigoro Kano had bij het ontwerpen van de sport, die ontleend is aan oudere verdedigingskunsten als jiujitsu, ook nadrukkelijk een training van de geest voor ogen. Zijn filosofie wordt gekenmerkt door twee begrippen:
Seiryoku Zenyo (Maximale effectiviteit met minimale inzet): wat een persoon doet, moet met optimale inzet van geestelijke en lichamelijke energie gebeuren. In het judo leert men de kracht van de tegenstander te gebruiken om hem ten val te brengen. In het leven is dit het principe van de juiste dingen doen op het juiste moment.
JITA KYOEI
(Wederzijds profijt en welbevinden): de spelers dienen respect te hebben voor zichzelf en voor anderen. Bij het beoefenen van het judo leren ze samen te werken om zich de vaardigheden eigen te maken. Zonder tegenstander om mee te judoën kan men de sport immers niet leren; men werpt zelf en wordt op zijn beurt geworpen. Deze opvatting van samenwerkend leren is ook in andere gebieden van het leven geldig.
Oorspronkelijk was het de bedoeling dat bij de beoefening kracht geen enkele rol zou spelen: door een juiste toepassing van de geleerde technieken zou een klein en zwak persoon zich op tamelijk elegante wijze tegen een grote en sterke aanvaller moeten kunnen verdedigen. Toen het echter ook een wedstrijdsport werd, vervaagde dit uitgangspunt. Immers, zodra beide tegenstanders dezelfde technieken en mogelijke reacties daarop (de overnametechnieken) in gelijke mate beheersen, gaan ook andere factoren zoals kracht toch weer een rol spelen. Hierdoor kunnen wedstrijden vandaag de dag ook het beeld geven van onelegant trek- en sjorwerk, waarbij de gelijkenis met de oorspronkelijke opzet ver te zoeken is. Hedendaagse wedstrijd-judoka's doen dan ook aan krachttraining. Tekenend is dat tijdens wedstrijden het incidenteel zelfs voorkomt dat de gi (het pak) gescheurd wordt. Sommige judoka's doen ook specifiek op versterking van de grip gerichte krachttraining in de sportschool, door middel van trekoefeningen met een gi gewikkeld om een pulley.
Judo in België[bewerken]
TRADITIE
Judoka's dragen een witte katoenen broek (zubon) en een jas (uwagi) die door een band (obi) bijeen wordt gehouden. Het geheel noemt men een gi. Tijdens wedstrijden van hoog niveau, zoals de Olympische Spelen, draagt de ene judoka een wit pak en de andere judoka een blauw pak. Door dit onderscheid is deze dynamische sport beter te volgen voor het publiek en de scheidsrechters. Meisjes dragen een wit T-shirt onder de uwagi. Judolessen vinden plaats in een dojo en beginnen in seiza (geknielde houding). Ook is het een gewoonte om voordat je de dojo betreedt eenmaal te buigen richting de dojo. Ook voordat men de dojo verlaat doet men dit als teken van respect.
Jiu Jitsu club Tengu Ryu gebruikt ook de technieken van JUDO tijdens de jiujitsu trainingen in de sporthal van Berlare.
WAT IS DUS JIU JITSU?
Het moderne JIU JITSU (jiujitsu, ju jitsu, ju jutsu) is een vechtsport & zelfverdedigingskunst die de technieken combineert van Judo, Karate en Aikido in de sporthal van Berlare.
Sluit
Deze website maakt gebruik van cookies en andere technologieën. Door op deze website te blijven stemt u in met het gebruik hiervan.
Links
- LID WORDEN
- DAMES & zelfverdediging
- VIDEOS
- GORDELS
- CONTACT
- WAAROM JiuJitsu beoefenen
JiuJitsu
JiuJitsu is een vechtsport en zelfverdedigings sport die de verschillende technieken van JUDO, KARATE én AIKIDO combineert.
Deelnemen?
Een gratis kennismaking van 3 weken kan gevolgd worden vóór de inschrijving. Je hoeft hiervoor niet af te spreken maar komt gewoon naar de sporthal net voor de start van een training en je mag direct meetrainen gedurende 3 weken alvorens te beslissen om in te schrijven.
TRAININGSDAGEN
- MAANDAG van 19:00 tot 20:30 u >> iedereen: kadetten (9-14j), tieners én volwassenen
- DONDERDAG van 20:30 tot 22:00 u >> training alleen voor tieners (>14j) én volwassenen
- ZATERDAG van 16u30 tot 18u00 >> iedereen: kadetten (9-14j), tieners én volwassenen
meer info op http://www.tenguryu.be
Sitemap
- MAANDAG van 19:00 tot 20:30 u >> iedereen: kadetten (9-14j), tieners én volwassenen
- DONDERDAG van 20:30 tot 22:00 u >> training alleen voor tieners (>14j) én volwassenen
- ZATERDAG van 16u30 tot 18u00 >> iedereen: kadetten (9-14j), tieners én volwassenen
meer info op http://www.tenguryu.be
Sitemap
CONTACT
Aangezien de Sensei’s buiten de trainingen ook nog ander werk hebben (en’s avonds Jiujitsu trainingen geven in Berlare en Gent) kan u hen best bereiken VIA MAIL op ObscureMyEmail
Aangezien de Sensei’s buiten de trainingen ook nog ander werk hebben (en’s avonds Jiujitsu trainingen geven in Berlare en Gent) kan u hen best bereiken VIA MAIL op ObscureMyEmail
Met dank aan de sponsors van onze club